De mogelijkheden:
- Kroonreductie. Wordt de boom te groot, dan snoei je de kroon terug. Zo kan de boom blijven staan in een wat kleinere vorm.
- Opkronen. De onderste takken bij de stam zaag je af. Hiermee verhoog je de kroon zodat van deze takken geen hinder ondervonden wordt.
- Knotten. Knotwilgen, lindebomen of andere fors teruggesnoeide bomen zaag je opnieuw af.
- Begeleidingssnoei. Je verwijdert slechte takconstructies. Daarmee voorkom je uitscheurende en afknellende takken.
- Afzetten van struiken. Singels snoei je regelmatig. Dit om de struiken laag bij de grond opnieuw uit te laten lopen.